Na de enthousiaste reacties tijdens de vorige WUGIC “ronde tafel” bijeenkomst hebben we als werkgroep besloten een tweede bijeenkomst te organiseren. Mede dankzij de steun van Mylan werd op 12 december de WUGIC najaarsbijeenkomst georganiseerd in restaurant de Hoefslag in Bosch en Duin.
Tijdens deze middag/avond bijeenkomst zijn op basis van de DUCA data een aantal best practices uitgenodigd om hun bevindingen te presenteren.
Textbook Outcome
In de DUCA gegevens is het percentage textbook outcome gestegen, waarbij in ongeveer 50% van de gevallen een textbook outcome gehaald werd. Opvallend genoeg blijft er veel discussie bestaan over de interpretatie van textbook outcome. Een patient met lekkage van een cervicale naad welke gedraineerd wordt door de halswond te openen, kan nog steeds textbook outcome behalen. Terwijl een patient met ongecompliceerd beloop met 14 lymfeklieren in het preparaat geen textbook outcome heeft. Stof tot nadenken.
Onder het motto “delen is het nieuwe vermenigvuldigen” deelde prof. dr. G. Nieuwenhuijzen vanuit het Catharina Ziekenhuis de bevindingen van zijn team. Vele kleine stappen hebben bijgedragen aan het verlagen van het percentage naadlekkages in de kliniek: denk hierbij aan pre-habilitatie, minimaal invasieve chirurgie en gestandaardiseerde postoperatieve zorg.
Naadlekkage
DUCA gegevens laten zien dat het percentage naadlekkages in NL nog steeds rond de 20% ligt. Er is tussen de ziekenhuizen veel verschil in het percentage halsnaden wat aangelegd is, mogelijk ook door de ICAN trial. W. de Steur presenteerde vanuit het LUMC de ervaringen en bevindingen bij de handgelegde end-to-end cervicale anastomose, met staande hechtingen. Er zijn nog altijd veel verschillen in toegepaste technieken voor het aanleggen van de anastomosen bij slokdarmchirurgie, zo vertelde Dr. S. Gisbertz over haar observaties tijdens een reis naar Japan, alwaar de cervicale anastomose in twee lagen wordt aangelegd.
Opvallende verschillen waren ook te zien in de breedte van de buismaag. Een aantal klinieken passen een smallere buismaag toe (ongeveer 3 cm), nadat recente studies een mogelijk voordeel hebben laten zien ten aanzien van lediging van de buismaag.
Lymfeklierdissectie
Gelukkig worden er bij de meeste patiënten inmiddels meer dan 15 lymfeklieren gevonden in het preparaat (>90%) tegenover 55% in 2011. DUCA registreert alleen het aantal gereserceerde lymfeklieren, maar niet welke stations er gereserceerd zijn. Er blijken veel verschillen te zijn in welke stations standaard meegenomen worden per kliniek.
Dr. S. Gisbertz presenteerde ons de meest recente onderzoeken ten aanzien van lymfeklierdissectie. In de toekomst zou het standaardiseren van de classificatie van stations het vergelijken van onderzoek moeten verbeteren. Het voorstel is om bij een volgende meeting bijvoorbeeld van alle klinieken foto’s aan te leveren na lymfeklierdissectie: Hoe leeg laat men het achter? Hierbij zou ook de overlevingsdata van verschillende centra naast elkaar gezet kunnen worden
Exocriene pancreasinsufficiëntie
Op uitnodiging van Mylan (bekend van Creon red.) reisde prof. dr. Domginuez-Muñoz af naar Bosch en Duin om al zijn kennis over exocriene pancreasinsufficientie met ons te delen. Hoewel zijn eigen onderzoeksprojecten zich vooral richten op patiënten met chronische pancreatitis, wist hij mooie paralellen te trekken naar de slokdarm- en maagkanker patient.
De avond werd afgesloten met een heerlijk dinner verzorgd door de Hoefslag. De ideale gelegenheid om nog eens na te praten over de besproken onderwerpen. De werkgroep Upper GI chirurgie kijkt terug op een geslaagde avond, met veel frisse ideëen om in het nieuwe jaar weer een prachtige bijeenkomst te organiseren!
De volgende bijeenkomst zal rond April 2020 gepland worden! Meer informatie volgt.
Wij hopen u daar allen weer te verwelkomen!
Namens de WUGIC